Welkom Reiziger op jouw persoonlijke pagina!

Je bent niet je gedachten

Doel: Leren onderscheid te maken tussen reële en irreële gedachten

Resultaat: Een uitgewerkt reflectiedocument van vastgelegde momenten gedurende een week. 

De opdracht

Opdracht A

Laat de komende week in de dingen die je ontmoet eens de revue passeren of de gedachten die in je opkomen voortkomen uit belemmerende overtuigingen of juist stimulerende aan de hand van de 5G's:

GEBEURTENIS

GELOOF

GEDACHTEN

GEVOEL

GEDRAG

Opdracht B

Vul in de week waarin je gaat reflecteren op je gedachten en overtuigingen het hieronder te downloaden formulier in. 

Als je dit naleest, waar word je je dan bewust van? Leef je vanuit stimulerende of juist vanuit belemmerende overtuigingen? En wat zou je hier mee willen?


Deze reflectie zou je zo maar dichter bij een concrete coachvraag kunnen brengen!

Let op:

Concreter is beter

Liever positiever

Dat kun je wel!

Luisteren doe je met je ogen

Wees lief voor jezelf!



HOE onze overtuigingen ons gedrag aansturen wordt verduidelijkt in het schema van de 5 G’s.  Hier zijn ze uitgewerkt aan de hand van een voorbeeld: tijdens een vergadering wordt er gevraagd naar ideeën:

Belemmerend (BO)

GEBEURTENIS

wie heeft er een idee?

Stimulerend (SO)

Ik moet perfect zijn

GELOOF

overtuiging

Ik doe mijn best en ook ik zit er wel eens naast.

Als ik een fout maak, ben ik waardeloos / lachen ze me uit / ga ik af.

GEDACHTEN

wat zeg je tegen jezelf?

Mijn idee is evenveel waard als het jouwe.

Angst -  bang om iets te zeggen / af te gaan.

GEVOEL

hoe voelt dat, stemming?

Waardevol - ik doe mijn best en mag fouten maken, daar leer ik van.

Ik zeg maar niets, ik hou mijn ideeën voor me.

GEDRAG

wat doe je (niet), zeg je (niet) en hoe doe of zeg je het (niet)(lichaamstaal, intonatie)

Ik opper mijn idee en luister aandachtig naar de reacties.




Overtuigingen (hoe je de wereld, gebeurtenissen, jezelf en anderen beschouwt) zijn de bron van je gedachten. Als je overtuigingen irreëel zijn (d.w.z. niet reëel zijn), dan zullen ook je gedachten irreëel zijn en een beperkende of zelfs destructieve werking hebben. Je gedrag, je daden en de communicatie die hieruit voortvloeien, zullen overeenkomstig zijn: weinig effectief.

Als je overtuigingen reëel zijn, zullen je gedachten ook reëler en constructiever zijn. Dit leidt tot een positieve stemming, constructieve gevoelens en daden.

Kortom: je bent zelf Baas in eigen Brein.

Je hebt gedachten maar je bent niet je gedachten.